Goed dan... Niemand heeft een reactie geplaatst. PUH!
Maar ik ga hem toch verder plaatsen :P want dat vind ik leuk.
Ik ga jullie ook niet meer smeken om reactie's -Ookal zou ik het stiekem wel leuk vinden als ik wat reactie's krijg-.
Hier komt het verhaaltje deel 2 (er komt ook nog een deel 3 denk ik...):
Wij gingen vandaag naar het linker eiland. Mijn vriendin
Dyani zat al een dag op het rechter eiland. Morgen zou ze weer terug komen, en
overmorgen zou ze me alles over het eiland vertellen. Ze vond het altijd leuk
om te vertellen, ze wilde later ook de verteller van onze stam worden. Ik
hoopte maar dat het goed met haar ging, ze was mijn beste, en enige, vriendin.
Dyani viel wel erg op in onze stam. Ze was namelijk de enige die geen zwart of
bruin haar had. Dyani had knaloranje haar en een zongebruinde huid.
Ik sloeg mijn bizon vel open en zwaaide mijn benen op de
grond. Ze raakten zachtjes de aarden bodem. Ik ging staan en keek naar mijn
ouders. Mijn moeder was al op, maar mijn vader lag nog diep te slapen. Hij had
zijn mond een beetje open, wat er een beetje komisch uit zag. Ik leek erg op mijn vader, we hadden
hetzelfde gezicht en we waren ongeveer even lang. Maar ik had het haar van mijn
moeder, stijl en pikzwart, mijn vader had juist krullend en bruin haar. Ik deed
het doek van de wigwam open en stapte in het daglicht. Ik liep gelijk naar de
beek naast ons kamp, onderweg groette ik wat mensen die al op waren. Bij de
beek zat Flo, de jongen waarmee ik samen naar het eiland moest. ‘Hallo,’
groette ik. ‘Hoi’ zei Flo en hij keek op van het water. Ik ging naast hem in
het water staan. ‘Gefeliciteerd’ zei ik terwijl ik Flo de hand schudde. ‘Jij
ook,’ zei Flo. ‘En, al zenuwachtig?’ vroeg Flo. ‘Een beetje,’ zei ik eerlijk.
‘Jij?’ ‘Hmm… Ja, wel een beetje.’ ‘Wat ga jij als eerste doen op het eiland?’
vroeg ik nieuwsgierig aan Flo. Hij dacht even na, en toen ik dacht dat hij geen
antwoord meer zou geven zei hij aarzelend, ‘Ik weet niet, ik denk een
schuilplaats maken.’ ‘En jij?’ Ik dacht even na, ‘Ik ook, denk ik,’ zei ik, ook
aarzelend. Flo knikte en liep naar de kant. Ik plensde wat water in mijn
gezicht, waardoor mijn witte hemd kletsnat werd, en liep ook naar de kant. Ik
nam afscheid van Flo en liep weer naar het dorp. Zo sleepte ik mezelf de hele
dag een beetje voort. In zenuwen voor de middag.
‘… En dus moeten deze twee jongens,’ zei de stamoudste
terwijl ze naar Flo en mij wees, ‘twee dagen op het linker eiland overleven, om
een echte indiaan te worden. ‘Toen was het een tijdje stil, terwijl iedereen in
zijn eigen gedachten weggleed. Toen liep de stamoudste naar de kano’s, die half
op het strand lagen. De menigte volgde haar, als een grote hond. Ze leidde, zonder
iets te zeggen, Flo en mij ieder naar een kano. Toen stapte er één man in elke
kano en duwden de mensen van de stam ons in zee.
Na ongeveer anderhalf uur bonkten de kano’s op het strand
van het eiland. Ik stapte uit en keek om me heen. Voor me lag een grote jungle
en aan beide kanten naast me een langgerekt zandstrand. De mannen gaven ons
zwijgend een pijl en boog, wensten ons succes, stapten weer in de kano en
keerden om. Ik keek naar Flo en hij knikte. We gingen samen de jungle in. Er
waren allemaal geluiden, het ritselen van de bladeren en het gezang van vogels
en nog veel meer. We liepen de jungle in en gingen beide onze eigen weg. Opeens
hoorde ik hard geluid van stromend water. Ik liep op het geluid af en kwam uit
bij een gigantische waterval. Het water was erg helder. Dit zou ik vast wel
kunnen drinken. Ik besloot maar een schuilplaats te maken. Ik heb eens gehoord
van dieren die grote nesten maken van bladeren en klimplanten. Dit zou ik ook
doen. Ik verzamelde bladeren, lianen en klimplanten. Na een hele middag werk
had ik een nest gemaakt. Hij zat in een hoge boom vlak bij de waterval. Flo had
een soort hutje gemaakt tussen de bomen, ook vlak bij de waterval. Alles liep
goed en we waren niks engs tegen gekomen. ‘s Avonds maakten we samen een vuurtje
en roosterden we de vogels die we hadden geschoten met onze pijl en boog. Flo
had nog wat kokosnoten verzameld en die dronken we nu leeg. We wensten elkaar een goede nacht en gingen naar
onze schuilplaats. Ik lag nog lang wakker, door alle gedachten die in mijn
hoofd rondspookten, maar na een paar uur wakker liggen viel ik toch in slaap.
Ik hoop dat jullie het leuk vinden :D
Xxxx